Luuk Gruwez

 

 

GOD

 

Ik was het niet. Het was een ander.

Ik was net bezig met de miereneter, kopererts,

en het complete visbestand

in de Atlantische Oceaan.

Ik kan het zeker niet geweest zijn.

 

Ik was daar niet, had niet bepaald mijn dag.

Maar pas had ik Saturnus en de manen rond Uranus klaar,

of, zie, ik moest al tijd en taal verzinnen

en titels bij de meeste van mijn werken.

 

Ik was bekaf, vond nergens rust,

want had de slaap nog niet geschapen.

Mijn oeuvre nam in omvang toe.

vooral de vrouw moest heel precies.

Zij moest nog schouders krijgen en een kapsel,

verliefdheid, mijmeringen, moederschap.

En erogene zones die ik maar half begreep.

 

Ik had geen tijd, had niet bepaald mijn dag.

Er werd van mij verwacht door wie er nog niet was

dat het zou oerknallen in het heelal.

 

 

 

 

 

 

 

En dan de juiste volgorde, ja die vooral:

de proefbuisbaby en de tandenstoker,

het boorplatform en ook ikzelf.

 

Om maar te zeggen, lieve vriend:

het moet beslist een ander zijn geweest,

een concurent met meer talent,

die iets zaligs en zachtaardigs

als de dood geschapen heeft.

 

(uit: Nacht van de poëzie 21)    >>>