J. Slauerhoff

 

 

VOOR DE VERRE PRINSES

 

Wij komen nooit meer saam:

De wereld drong zich tusschenbeide.

Soms staan wij beiden 's nachts aan 't raam,

Maar andre sterren zien we in andre tijden.

 

Uw land is zoo ver van mijn land verwijderd:

Van licht tot verste duisternis - dat ik

Op vleuglen van verlangen rustloos reizend,

U zou begroeten met mijn stervenssnik.

 

Maar als het waar is dat door groote droomen

Het zwaarst verlangen over wordt gebracht

Tot op de verste ster: dan zal ik komen,

Dan zal ik komen, iedren nacht.

 

 

 

 (uit: Verzamelde gedichten, 1995)    >>>