Anton Korteweg

 

 

OP VERZOEK

 

Dat ik van je hou, dat wil ik dan

ook wel eens schrijven, nu je dat

zo vraagt. Want ik hou van je en

niet eens zo zelden, gezien de

vierduizend dagen en nachten.

 

Dat het lijkt of je nauwelijks

ouder geworden bent, dat 

je soms nog ver weg kijkt als

was je verliefd, dat 

je handen nog mooi zijn, verder

zou ik toch niet willen gaan.

 

Dat ik je wang soms zoek en niet

je mond.

 

 

(uit: Tussen twee stilten, 1985)    >>>