Gerrit Achterberg                   

 

 

OPTIEK

 

De herfst wordt weer met bomen geel en rood:

bloedbossen tegen blauwe luchten,

waarin de herten langzaam vluchten,

gestremd door het opaal dat hen vergroot.

 

Zo naderbij staat alles met een stoot,

-in alle tuinen hangen vruchten-,

dat ik geen grenzen hoef te duchten

tussen mijn rijpe dromen en uw dood.

 

Zonder verwondering zou ik u hier 

zien lopen, nu mijn ogen glanzen

van een direct geluk, als bij een dier.

 

Om met u in dit afgerond kristal

samen te zijn, liggen mijn kansen

ver boven hun waarschijnlijkheidsgetal.

 

(Overgenomen van de poeziekalender 15 oktober 1994)    >>>