Herman de Coninck

 

 

Als ze genadeloos traag, geeuwend, héhé,

een peperduur slipje van niks op de vloer laat landen

(sex hoort net als luxe met mysterieuze x)

waarna ze voor zijn handen veel te vele twee

borsten laat zien, kijkt hij beneden aan haar bleke

benen óp naar wat, geen meter hoog, hij 't hoogste acht:

lippen die slechts lippen zijn en die niet spreken,

en iemand die boven zijn smeken staat en niet laat merken dat ze lacht.

Want vrouwen hebben machtige geslachten, hoge wonden,

venusbergen, spelonken, vouwen

waarin verloren nachten nooit meer worden teruggevonden,

en daar spelen ze mee

Zoals de Mona Lisa met toeristen en de maan met de zee,

adembenemend, en met iets van een licht verachten.

 

(uit: De hectaren van het geheugen, 1985)

 

>>>