Alberto Caeiro

 

 

WANNEER DE LENTE KOMT.....

 

Wanneer de lente komt,

En als ik dan al dood ben,

Zullen de bloemen net zo bloeien

En de bomen zullen niet minder groen zijn dan het vorig voorjaar.

De werkelijkheid heeft mij niet nodig.

 

Ik voel een enorme vreugde

Bij de gedachte dat mijn dood volkomen onbelangrijk is.

 

Wanneer ik wist dat ik morgen zou sterven

En het was overmorgen lente,

Zou ik tevreden sterven omdat het overmorgen lente was.

Als dat haar tijd is, wanneer zou ze dan moeten komen dan op haar tijd?

Ik houd ervan dat alles werkelijk is en alles zoals het moet zijn;

Daar houd ik van omdat het zo zou wezen ook als ik er niet van hield.

Daarom, als ik nu sterf, sterf ik tevreden,

Want alles is werkelijk en alles zo als het moet zijn.

 

Men mag Latijn bidden boven mijn kist, indien men wil.

Indien men wil, mag men rondom dansen en zingen.

Ik heb geen voorkeur voor de tijd wanneer ik toch geen voorkeur meer kan hebben.

Wat zal zijn, wanneer het zal zijn, zal zijn wat het is.

 

(uit: De hoeder van kudden en andere gedichten, vertaling August Willemsen, 2003)    >>>