Hans Lodeizen 

 

 

 

zij waren altijd samen

 

als zij het verkeerd gedaan hadden

in de herfst

 

als zij in de lente lagen

als zij fietsten

want de zomer gaat voorbij

en de winter is niet eenzaam

als hij ziek was en in zijn hand

lag als een geschenk de ander

 

als zij ziek in bed lagen

en het bed de huifkar was

van hun vrees

 

als het bed de vallei was van hun 

juichen en het lichaam rustte

 

als de dagen lang werden

 

zij waren altijd samen

 

 

(uit: Het innerlijk behang en andere gedichten, 1952)     >>>