Gerrit Komrij

 

 

DE BRUIDEGOM

 

Wat was de zomer schraal. Hoe stil was het.

Geen evenbeeld dat riep. Je zocht naar weelde

In stad en land. Leeg bleef je bruiloftsbed.

Je reisgids voor het paradijs vergeelde.

 

Op lauwe dagen volgden grijze nachten,

Wee als anijs. Geen hevigheid brak baan.

Klam was de liefde. Tam en zwaar het wachten.

Met dromen was het wel voorgoed gedaan.

 

Een vriend verscheen. Hoe lang geleden al?

Nooit had je van dat ogenblik berouw.

Het was of je omhoogrees uit een dal.

 

Je zag hem staan in de decemberkou.

Hij keek je aan. Er klonk trompetgeschal.

Het was de Sneeuwman en hij wilde jou.

 

(herkomst onbekend)    >>>