Hagar Peeters

 

ZAL IK NOG EEN EINDJE MET JE MEELOPEN?

 

Ja hoor. Je mag meelopen tot het stoplicht,

of tot de eerstvolgende tunnel.

Tot de derde straat rechts,

tot de ingang van het park.

Tot bij het ziekenhuis, tot voorbij 

het ziekenhuis, tot aan mijn huisdeur.

 

Je mag meelopen tot aan mijn kamer,

tot het glaasje van een of ander,

tot ik mijn tanden heb gepoetst

of tot het eerste ochtendlicht

over de stoel met kleren valt.

 

Tot de bouwvakkers aan het werk gaan,

tot de school weer is begonnen,

de ambtenaren pauze houden

de winkels zijn gesloten

of tot de laatste stoptrein gaat.

 

Tot na het ontwaken maar voor het ontbijt,

tot na het ontbijt maar voor de lunch,

tot na de lunch maar voor het avondeten

mag je meelopen.

 

(uit: Genoeg gedicht over de liefde vandaag, 1999)    >>>