Hans Warren

 

 

WACHTEN

 

Vaak heb ik in de tuin gestaan,

avonden in de zomer,

als wind kil heggen ruisen doet

en lichtende bloemen lomer

geuren laten vervluchtigen:

het zeepkruid, de teunisbloemen,

wachtend, even vergeefs als ik,

sfinxen, die maar één ogenblik

boven de kelken zoemen.

 

(uit: Verzamelde gedichten, 1941-1981, 1981)    >>>