William Shakespeare
Als ik voor 't hof van tedere gedachten
Herinnering aan vroeger tijd ontbied,
Smart mij 't gemis van veel waar ik naar smachtte,
Voel ik de pijn van tijd verdaan om niet.
Dan smelt mijn oog dat lang al droogstond weer
Om lieve vrienden in Doods eeuwge nacht,
Ik treur om liefdespijnen van weleer
En ween om smart die wat teloorging bracht.
Dan lijd ik weer om leed van vroeger dagen,
Met zwaar hart tel ik pijn en pijn tezaaam
Tot droeve som van al mijn vroeger klagen
Die 'k moet voldoen als was zij nooit voldaan.
Maar, lieve vriend, zie 'k dan jouw beeld voor mij,
Is het verlies hersteld, het leed voorbij.
(sonnet 30/vertaling Peter Verstegen) >>>