William Shakespeare

 

 

 

 

Liefde, sterk toch weer aan, je prikkel mag

Voorwaar niet minder scherp worden geacht

Dan eetlust die gestild wordt, maar de dag

Erna reeds is herleefd met volle kracht.

Wees, liefde, zo: al vult zich ook vandaag

Je gretig oog tot 't zich verzadigd sluit,

Zie morgen wéér, opdat het niet, te traag

Ontwaakt, op 't eind van liefdes krachten duidt.

Dit interim zij als de oceaan

Die stranden scheidt waarheen twee teerbeminden,

Uitziend naar liefdes weerkeer, daaglijks gaan,

Om in dat zicht een nieuw geluk te vinden

 Of noem het winter die zo hard is dat

 De zomer driemaal hoger wordt geschat.

 

 

(Sonnet 56/vertaling Peter Verstegen)    >>>