Lars Gustafsson
EEN RAADSELACHTIGE VERDWIJNING
Er staat geschreven: in maart 1858 kocht een man
woonachtig in Gnarp, een afgelegen gehucht,
kogels, koord en kruit voor een luttel bedrag,
dat opgetekend werd en dus nu nog te lezen valt.
Vermoedelijk wilde hij voor de sport op korhoenders gaan schieten.
Nu verdwijnt het spoor onder de dennen,
hier verliezen wij hem uit het oog,
niet zo maar maar voor altijd,
en iedere hoop dat hij hier ergens is,
als een donkere en versleten gestalte,
nog steeds onderweg door moerassen, door vossebesstruiken,
en dat wij hem op een dag zouden kunnen tegenkomen, is tevergeefs.
U moet mij begrijpen, dit overwegen:
wij zullen er nooit achter komen wie hij was
en als ons gezicht voor één ogenblik –
’s avonds laat wanneer vermoeidheid ons ontspant
en ons doet inzien dat wij niemand zijn of allen –
zijn trekken zou aannemen, zijn ogen,
zou ons dat opvallen noch verwarren.
Na op zoek naar vogels te zijn gegaan
ging hij voor eeuwig verloren.
(uit; Alfabet op de rug gezien, 1995) >>>