Hans Dorrestein
RENAULT 4
Ach ik rijdt nog zo vaak in mijn dromen
in onze kleine rode Renault
waarmee we in Parijs zijn gekomen
in Clermont-Ferrand en Bordeaux.
Hij zong een lied als het ware,
als hij de franse heuvels besteeg.
En hij voerde ons langs de Loire
al was zijn bezinetank leeg.
Maar zij wilde een grotere wagen.
Daarmee ging ze over een grens.
De gedachte kon ik niet verdragen
en ze zit nu in een Mercedes Benz.
In een Mercedes ver weg in Westfalen
naast een vent die goed zit bij kas.
De duivel moge haar halen
want nooit wordt het meer zoals het was.
Nooit vergeef ik haar deze blamage.
Smakeloos was het, en grof.
De Renault staat in de garage
overdekt met een dikke laag stof.
Maar ik rijd nog zo vaak in mijn dromen
in onze kleine rode Renault
waarmee we in Parijs zijn gekomen
in Clermont-Ferrand en Bordeaux.
(uit: Alle liedjes voor volwassenen)