K.P. Kavafis
SEPTEMBER 1903
Laat ik mezelf tenminste nu bedriegen met illusies
opdat ik niet de leegte van mijn leven merk.
En toch, zo vaak was ik dicht bij.
En dan, verlamd was ik, hoe schuchter,
waarom hield ik mijn lippen op elkaar,
terwijl mijn lege leven in mij weende
en mijn begeerte zwarte kleren droeg.
Zo vaak en zo dichtbij was ik,
Bij die ogen, die lieflijke lippen,
het lichaam uit mijn droom dat ik beminde -
zo dichtbij en zo vaak.
(uit: Herkenningen, gedichten vertaald door Hans Warren) >>>